maandag 26 maart 2012

Het is lang geleden

het is lang geleden
onder mijn huid,
het is lang geleden dat het daar ontstond,
Lichtblauw gespikkeld.

Het is lang geleden dat ik daar stond,
en niet alleen.
Een grot deed mij knielen.

Het is lang geleden dat het ovaal mij omvatte, en barstte.
en ik wegliep tussen de puntige rotsen door.
Bomen wuifden me koelte toe,
terwijl ik ontsnapte aan mijn eigenste huid.

Gespikkeld klaterde mijn borst open,
vanuit de grot terwijl aarde mijn schaal opat.
Het is lang geleden,
Het is lang geleden dat ik er aanklopte,
koele aarde omvatte mij.
En ik verscheen op blote voeten.

Hilde Droogné


Foto: Hilde Droogné

maandag 5 maart 2012

Was het niet, dat daar ergens wolven woonden,

Was het niet, dat daar ergens wolven woonden,
was het niet dat daar ergens wolven
in de nacht die er geen was,
in de put die er geen was,
in de vlakte die er geen was, huilden?

was het niet, dat daar ergens,
in mij, die er niet was, wolven woonden,
dat ze huilden in de put die er wel was,
uitgestrekt tot boven mijn oren.
Dat ze renden in de vlakte die er wel was,
tot diep in mijn pezen.

Moet het hebben laten liggen,
de nacht dat hun zachte voetzolen op mijn slapen renden,
Moet het hebben laten gebeuren,
de put waaruit ze wegstoven,
Moet het hebben laten veranderen,
de vlakte die diep werd,
en wild,
tot in mijn huid en wolvenharen.

Hilde Droogné

Foto: Aimé, Claus, fotoreeks 'Something somewhere happend in Ghent'.