Die ik niet was,
Die ik niet was,
Die ik niet was,
Ooit geweest, die ik niet was,
die ik niet worden wou,
Ooit geweest,
die ik niet worden wou,
in dit hellegat,
waar ik buiten mijn zinnen was,
Waar ik was,
die ik niet was,
in mijn schreeuwen,
heb ik me gevonden,
En ik viel in plooien
die ik niet was,
die ik niet was,
Nooit geworden ben.
En ik brand,
En ik schroei,
En ik adem gas,
En ik val,
En ik was,
Nu voorbij.
Tot straks het herbegint.
Op blogs, in kranten, op het nieuws.
Die ik niet was.
Die ik niet was.
Voor later,
Als er nog iets tastbaar
van overblijft.
Foto: Hilde Droogné
Ik ben op zoek naar de schoonheid in de lelijkheid. Symbolisch doden wolven schapen, maar plukken ook bloemen (die ze door ze te plukken ook doden, maar waar ze ook schoonheid mee creeëren,...). Ik wil die universele, menselijke combinatie omzetten in poëzie en literaire schoonheid, ondanks de nadrukkelijke lelijkheid die aanwezig blijft en die ik literair weiger te verbergen.
donderdag 19 april 2012
woensdag 4 april 2012
De overkant
Is stil hier
en tast in het rond,
En zucht licht voldaan
traag hier
traag daar tot aan de overkant.
Is stil daar,
Is over en uit,
en noest vooruit.
Met de ogen dicht
tast ik daar
vol donker
en lig nog niet.
Is stil hier
Is stil daar en
straks komt hier of daar,
de overkant.
Hilde Droogné
en tast in het rond,
En zucht licht voldaan
traag hier
traag daar tot aan de overkant.
Is stil daar,
Is over en uit,
en noest vooruit.
Met de ogen dicht
tast ik daar
vol donker
en lig nog niet.
Is stil hier
Is stil daar en
straks komt hier of daar,
de overkant.
Hilde Droogné
Abonneren op:
Posts (Atom)